Het recht op omgang, zoals genoemd in artikel 1:377a BW, maakt na een scheiding contact mogelijk tussen het kind en de niet-verzorgende ouder. Zoals de wettekst zegt:
‘Het kind heeft recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staan.’
Nauwe persoonlijke betrekking geeft recht op een familieleven
Het recht op ‘family life’, zoals neergelegd in art. 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM), staat aan de basis van dit recht. Op grond daarvan kunnen ouders en niet-ouders een omgangsregeling verzoeken bij de rechter.
Ouders zijn juridische ouders volgens de wet bijvoorbeeld de man die het kind heeft erkend. Niet-ouders zijn “degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat” Maar hoe wordt een nauwe persoonlijk betrekking vastgesteld?
Wanneer is er sprake van een nauwe persoonlijke betrekking?
Om aan te tonen dat sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind dient te worden aangetoond dat er sprake is van bijkomende omstandigheden, waaruit blijkt dat op grond van artikel 8 EVRM het recht op family life is ontstaan tussen verzoeker en het kind.
Die bijkomende omstandigheden kunnen verschillen, al naar gelang wie verzoekt om omgang met het kind. De jurisprudentie maakt hoofdzakelijk onderscheid tussen de biologische vader en grootouders.
Biologisch vader
Bij de biologische vader beoordeelt de rechtbank of er een duurzame affectieve relatie heeft bestaan met de moeder voor de geboorte van het kind. Dit kan een liefdesrelatie zijn geweest, maar ook een vriendschappelijke relatie, indien de verzoeker een bekende spermadonor is.
Korte affaires en knipperlichtrelaties worden niet aangemerkt als bijkomende omstandigheden. Wanneer wel het (gezamenlijk) doel om het kind te verwekken bestond, maar omgang uitbleef, dan dient de degene die omgang wenst aantoonbaar inzet getoond te hebben om contact te zoeken met het kind.
Een biologische vader dient aan te tonen dat er een duurzame affectieve relatie heeft bestaan, met het doel om een gezin te stichten. Indien er een relatie heeft bestaan, maar de biologische vader heeft het kind nooit gezien, dan kan hij alsnog ontvankelijk verklaard worden. Dit is mogelijk indien hij kan aantonen dat hij zich ingezet heeft om contact plaats te laten vinden. De biologisch vader moet hiervan schriftelijk bewijs leveren.
Grootouders
Grootouders dienen aan te tonen dat er bijkomende omstandigheden zijn waaruit blijkt dat zij meer voor het kind betekenen dan grootouders “normaal gesproken” doen. Meestal hebben grootouders een zorg- en opvoedtaak gehad waaruit dit blijkt. Vaak is ook normaal contact al voldoende is om aan te tonen dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat. Doorgaans wordt dit bij familieleden minder streng beoordeeld.
Nauwe persoonlijke betrekking aangetoond
Wanneer is vastgesteld dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking geldt bovendien nog als voorwaarde voor omgang dat dit in het belang van het kind is. Daarbij heeft de rechter een ruime boordelingsvrijheid: wanneer om welke reden dan ook omgang het belang van het kind zal kunnen schaden, kan de rechtbank het verzoek om omgang van degene, van wie is vastgesteld dat daadwerkelijk sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking, alsnog afwijzen.
Advocaat gespecialiseerd in familierecht
Meer weten over omgang, gezag en andere onderwerpen in het familierecht? Christiaan Plaat is advocaat familierecht in Ede. Met zijn praktijk beschikt hij over veel praktijk- en proceservaring op tal van rechtsgebieden.
Christiaan Plaat wil als advocaat rechtsbijstand verlenen aan eenieder die daarom verzoekt, ongeacht leeftijd of maatschappelijke positie. Meer weten over omgangsregeling, erkenning of andere onderdelen van het familierecht? Neem direct en vrijblijvend contact op met Mr. C.C.W. (Christiaan) Plaat.