Als uitgangspunt in de WSNP geldt dat de schuldenaar zich dient te houden aan de uit de wettelijke schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen. Dat betekent onder meer dat de schuldenaar verplicht is om maandelijks zijn inkomsten, voor zover deze groter zijn dan het vastgestelde vrij te laten bedrag (vtlb), af te dragen aan de boedel.
Als door omstandigheden te weinig aan de boedel wordt afgedragen, ontstaat er een boedelachterstand. Daardoor wordt niet voldaan aan een van de kernverplichtingen in de wettelijke schuldsaneringsregeling. Omdat een boedelachterstand niet is toegestaan, zou dit mogelijk kunnen leiden tot een tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling.
Hoe kan een boedelachterstand worden ingelopen?
Een boedelachterstand moet altijd zijn ingelopen voor het einde van de looptijd van WSNP. Deze reguliere termijn van de wettelijke schuldsaneringsregeling is drie jaar. Eventueel kan, bijvoorbeeld vanwege een boedelachterstand, de regeling worden verlengd met maximaal twee jaar. De maximale termijn van de wettelijke schuldsaneringsregeling (met maximale verlenging) is dus vijf jaar.
In geval van een boedelachterstand heeft de schuldenaar zelf onvoldoende financiële middelen om de achterstand in te lopen. Soms is er wel een familielid, vriend of kennis die bereid is om de schuldenaar te helpen om de boedelachterstand in te lopen door een geldbedrag beschikbaar te stellen. In die situatie speelt de vraag of het is toegestaan dat een derde door middel van het beschikbaar stellen van een geldbedrag ervoor kan zorgen dat de schuldenaar de boedelachterstand kan inlopen. Wanneer het beschikbaar gestelde bedrag feitelijk een lening is die de schuldenaar aan de derde zal moeten terugbetalen, dan is het op deze wijze inlopen van de boedelachterstand niet toegestaan.
Schenking bij een boedelachterstand
Is er echter sprake van een schenking, dan geldt nog steeds het uitgangspunt dat het op deze wijze inlopen van een boedelachterstand dit niet is toegestaan, behoudens bijzondere omstandigheden: wanneer er sprake is van omstandigheden die de schuldenaar zelf, om welke reden dan ook, niet kunnen worden toegerekend of verweten, is er soms ruimte om, bij uitzondering, een boedelachterstand in te lopen door middel van een schenking door een derde. Die bijzondere omstandigheden zijn van geval tot geval verschillend.
Praktijkvoorbeeld: boedelachterstand inlossen
Uit mijn eigen praktijk de volgende situatie als voorbeeld: een man wiens vriendin een bijdrage aan hem leverde in zijn huurlasten. De man kwam erachter dat zijn vriendin verslaafd was en zij weigerde hier iets aan te doen. De man besloot uiteindelijk een punt achter zijn relatie met de vrouw te zetten.
Het gevolg daarvan was dat de man niet langer de bijdrage aan zijn huurlasten ontving, waardoor hij op den duur zijn maandelijkse boedelbijdrage niet meer volledig kon voldoen. Zo ontstond een boedelachterstand, met een dreigende tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling tot gevolg.
De moeder van de man was gelukkig bereid en in staat om, door middel van een schenking aan de boedel, de boedelachterstand van haar zoon in te lopen.
Nu de rechtbank van oordeel was dat het ontstaan van de boedelachterstand niet aan de man kon worden toegerekend, kon de rechtbank er mee instemmen dat op deze wijze de boedelachterstand werd ingelost. De tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de man ging niet door.
Advocaat in Ede
Meer weten over de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of over Hoger Beroep WSNP? Christiaan Plaat wil als advocaat rechtsbijstand verlenen aan eenieder die daarom verzoekt, ongeacht leeftijd of maatschappelijke positie.
Neem direct en vrijblijvend contact op met Mr. C.C.W. (Christiaan) Plaat, advocaat in Ede.