De afgelopen jaren is gebleken dat de doorstroom vanuit het aan de WSNP voorafgaande minnelijk traject naar de wettelijke schuldsaneringsregeling zelf sterk te wensen over laat. De afgelopen jaren groeit het aantal mensen met problematische schulden, terwijl het aantal wettelijke schuldsanerings-regelingen de afgelopen jaren aanzienlijk is afgenomen.
Voorstel wetswijzigingen WSNP
Om de doorstroom naar de WSNP te verbeteren is een wijziging van de WSNP in de maak waarvan inmiddels een voorontwerp tot wetswijziging is verschenen.
De toegang tot de wettelijke schuldsaneringsregeling wordt verbeterd door een aantal wijzigingen van de huidige wet:
- De verkorting van het goede trouw-termijn
- Wijzigen van tienjaarstermijn
- op moment van toelating
- bij tussentijdse beëindiging
In dit blog neem ik u mee in deze voorgestelde wijzigingen.
Verkorting termijn goede trouw-toets
In het voorontwerp is aangegeven dat de goede trouw-termijn wordt
teruggebracht van vijf naar twee jaar.
Gebleken is dat de termijn van vijf jaar (te) lang is. Niet alleen is het moeilijk, of wellicht zelfs onmogelijk, voor een schuldenaar die problematische schulden heeft – met alle stresssituaties van dien – om gedurende een periode van vijf jaar vóór het indienen van het verzoek tot toelating tot de WSNP geen schulden te maken die niet te goeder trouw zijn gemaakt én zijn schulden te goeder trouw af te lossen.
Vijfjaarstermijn problematisch voor jongeren
Daarnaast komt het regelmatig voor dat jongeren (onder de 25 jaar) een relatief beperkte schuldenlast hebben opgebouwd, die voor hen problematisch is, maar welke schulden, gezien hun leeftijd, vrijwel allemaal in de vijfjaarstermijn vallen terwijl het ontstaan of onbetaald laten bij van schulden veelal als niet geheel te goeder trouw kan worden beschouwd. Moeten die jongeren dan wachten met het indienen van een verzoek tot toelating tot de WSNP tot zij ouder zijn, waarbij hun schuldenlast zonder twijfel hoger is geworden en hun problemen groter?
Termijn weerhoudt schuldenaren van WSNP
Er zijn signalen dat schuldhulpverleners hun cliënten (schuldenaren) vanwege de lange goede trouw-termijn en zware goede trouw-toets steeds minder vaak naar een WSNP-verzoek begeleiden. En bij de beoordeling van de WSNP-verzoeken die wel bij de rechtbanken komen, werken bovenstaande dilemma’s een regelmatige toepassing van de hardheidsclausule (
artikel 288 lid 3 Fw) in de hand, hetgeen de rechtszekerheid minder groot en de rechtsongelijkheid groter maakt omdat wellicht niet iedere rechter er op dezelfde manier in staat. Dat pleit voor een verkorting van de goede trouw-termijn.
Wijziging van de huidige tienjaarstermijn
De huidige tienjaarstermijn bepaalt dat een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling wordt afgewezen als de wettelijke schuldsaneringsregeling minder dan tien jaar geleden van toepassing is geweest.
In de praktijk is er kritiek op het dwingende karakter van de tienjaarstermijn omdat het maar weinig ruimte geeft om rekening te houden met de omstandigheden van het geval.
Het voorontwerp geeft de rechter de mogelijkheid om het WSNP-verzoek, ondanks de van toepassing zijnde tienjaarstermijn, toe te wijzen als afwijzing van het verzoek in de gegeven omstandigheden zou leiden tot “een onbillijkheid van overwegende aard”.
De toetsing van de “kennelijk onaanvaardbare gevolgen” zal in het voorontwerp feitelijk op drie momenten plaatsvinden:
a. Op het moment van de eerste toelating.
De tekst van het voorontwerp werpt ook zijn schaduw vooruit bij de beoordeling van de rechtbank of een verzoeker al dan niet wordt toegelaten tot de WSNP.
Een eenvoudig voorbeeld is een verzoeker die aan alle vereisten van de WSNP heeft voldaan, bijvoorbeeld zijn verslaving onder controle heeft, maar toch nog risico’s heeft op een terugslag. Bijvoorbeeld een verzoeker die inwoont bij zijn hoogbejaarde moeder, waarvan niet is uitgesloten dat zij gedurende de looptijd van de WSNP overlijdt.
Op basis van de huidige tekst beslist een rechtbank vaak tot afwijzing, want “als het fout gaat, komt het de komende tien jaar niet meer goed”. Er wordt dan gewacht met toelating totdat alle risico’s op terugval uitgesloten zijn, omdat de gevolgen anders tien jaar op de schuldenaar drukken.
Dit gebeurt terwijl de schuldenaar er naar alle waarschijnlijkheid klaar voor is om toe te treden tot de regeling van de WSNP. Deze (te) sterke preventieve werking van de tien-jaartermijn leidt tot onnodige vertraging in de oplossing van de schuldenproblematiek. Met de voorgestelde tekst wordt dit (in enige mate) ondervangen;
b. Op het moment dat er een tussentijdse beëindiging (ex artikel 350 lid 1 sub f Fw) voorligt.
Het komt met enige regelmaat voor dat een WSNP-traject niet goed verloopt, zodanig dat deze op dat moment niet meer kan voortduren, maar dat de onmogelijkheid om de komende tien jaar weer een verzoek tot toelating tot de WSNP in te dienen wel een heel zware straf is.
Een voorbeeld hiervan is iemand met psychische problemen die door een falende beschermingsbewindvoerder, die de financiën van de schuldenaar niet goed beheert, ontzettend veel nieuwe schulden heeft gemaakt. De nieuwe beschermingsbewindvoerder kan na het ontslag van zijn falende voorganger wellicht wel orde op zaken stellen, maar de problemen kunnen niet gedurende de looptijd van de WSNP worden opgelost. De rechtbank kan dan niet anders dan de WSNP tussentijds beëindigen, terwijl het niet in de geest van de wet is om iemand vervolgens tien jaar de toegang tot de WSNP te ontzeggen.
Met het voorstel kunnen de gevolgen van zo’n tussentijdse beëindiging (soms) worden verzacht in die zin dat een hernieuwde toelating tot de WSNP, binnen tien jaar, mogelijk kan zijn waar dat onder het huidige recht, zoals gezegd, nagenoeg onmogelijk is;
c. Op het moment dat met een verwijzing naar artikel 288 lid 2 sub d Fw een verzoek tot toelating tot de WSNP voorligt.
Er is thans maar een zeer beperkte mogelijkheid om rekening te houden met de omstandigheden van het geval.
De toekomst zal leren in hoeverre en in welke mate deze voorgestelde wijzigingen ook tot definitieve wijzigingen van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen zullen leiden.
Advocaat in Ede
Meer weten over de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of over
Hoger Beroep WSNP? Christiaan Plaat wil als advocaat rechtsbijstand verlenen aan eenieder die daarom verzoekt, ongeacht leeftijd of maatschappelijke positie.
Neem direct en vrijblijvend contact op met Mr. C.C.W. (Christiaan) Plaat, advocaat in Ede.